Onze paarden hebben voeding als 'brandstof' nodig om in leven te blijven. Voordat voedsel door het lichaam kan worden opgenomen, moet het eerst tot kleine deeltjes voedingsstoffen worden afgebroken, Dit proces heet de spijsvertering en vindt plaats in het maag-darmkanaal en de bijbehorende organen. Het begint in de maag en gaat door in de dunne darm, waar de voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen. De lever en alvleesklier produceren stoffen die de vertering mogelijk maken. In de dikke darm vindt weinig vertering meer plaats. Hier wordt met name water vanuit het darmkanaal her opgenomen in het lichaam, waardoor de darminhoud als het ware indikt, Dit is belangrijk voor het krijgen van een stevige ontlasting en houdt daarnaast het watervolume van het lichaam op peil. De meest voorkomende klachten bij maag- darmaandoeningen bij paarden zijn diarree, luchtzuigen, kribbebijten, slechte eetlust of het voer niet opeten, licht koliek of toegenomen luihei, tandenknarsen, toegenomen speekselafscheiding, periodiek koliek en zachte mest. Veel voorkomende problemen zijn gastritis wat betekent ontsteking van het maagslijmvlies, enteritis (ontsteking van de darm) of gastro-enteritis, een ontsteking van het hele maag darmkanaal. Wanneer het maag-darmkanaal ontstoken is, kan het niet meer goed werken en wordt de spijsvertering verstoord. Water en voedingsstoffen worden niet goed opgenomen en hierdoor ontstaat diarree.

De lever is het grootste orgaan van het paardenlichaam. Het gewicht bedraagt ongeveer anderhalf procent van het totale lichaamsgewicht. De lever is één van de belangrijkste organen in het lichaam van je paard, dit orgaan speelt een belangrijke rol in het stofwisselingsproces.
Een goed functionerende spijsvertering is uiterst belangrijk voor het welzijn en de conditie van het paard.